maandag 3 augustus 2015

Column Klokkenspel 03-08-2015, een latente liefde

Wat is dat toch met de St. Jan? Zo’n mooie kathedraal, zelfs van de weg af zichtbaar in zijn volle majestueuze verschijning en als je dicht bij hem bent groots in zijn omvang met fijn beeldhouwwerk. Wat zo bij hem zou passen is dat hij écht geluid zou geven. Niet het lieflijke en vriendelijke carillon dat ons op de achtergrond trakteert op kwinkelerende bellen, maar het geluid dat door merg en been gaat.

Eén keer per jaar, bij de Dodenherdenking, laat de eenzame zware Bourdon op de Waalsdorpervlakte met de regelmaat van één galmende slag heel Nederland horen waar de klok toe in staat is: koude rillingen over de rug, een gevoel van schoonheid en verbondenheid. Tot dit jaar de klepel afbrak. De bevolking heeft inmiddels de reparatiekosten bijeen geschraapt om deze schandvlek weg te poetsen. Ook onze St. Jan heeft zijn eigen Bourdon die gegoten is door Jacob Noteman in 1641 en in de lijst met zwaarste klokken in Nederland op de 16e plaats staat. Een basklok die indruk maakt als hij van zich laat horen in solitair spel. En dan te weten dat deze imposante Noteman in zwaarte dubbel wordt overtroffen door een echte grote jongen in de Grote Kerk van Dordrecht.

Wat ik mis is het klokgelui, het door mensenhanden aangedreven harmoniserende klokkenspel wat hoort bij deze kathedraal. Het samenspel van zware naar lichte klokken of andersom. Het geluid waar je je niet aan kunt onttrekken en bij je binnenkomt. Het geluid dat je in beroering brengt, iets met je doet. Bij de opening van het Festival Oude Muziek in Utrecht op 29 augustus gaat het Klokkenluidersgilde aan de touwen hangen. Het gilde dat met zijn 80 vrijwilligers een overweldigend geluid vanuit de kerktorens laat horen op die dag. Wat zou het mooi zijn als de St. Jan deze waardige eer te beurt zou vallen. Niemand zou het een verstofte traditie vinden. Hij zou weer opvallen en zijn plaats opeisen. Opvallen niet alleen door zijn uiterlijk, maar ook omdat hij je naar binnen lokt. Een functionele roep van klokken, geluid door mensen gemaakt en niet door een elektromotor.

Op You Tube zijn mooie voorbeelden te vinden, bijvoorbeeld van de gerestaureerde klokkentoren van de hervormde Bovenkerk in Kampen. Prachtig middeleeuws Geert van Wou-klokgelui, wiens voetsporen in ’s-Hertogenbosch te vinden zijn. Erfgoed bestaat niet alleen uit restaureren van monumenten maar ook het in ere herstellen van dit oude ambacht. St. Jan heeft een elfgelui maar dat heb ik helaas nog niet gehoord. Op You Tube is alleen een disharmonieuze opname uit 2011 te vinden. Luister ook even naar het volgelui van de Dom in Utrecht, een filmpje van nog geen jaar geleden. St. Jan zou gelukkig zijn als hij zijn stem zo mocht verheffen!

Er valt nog wat te filosoferen over de tegenstelling tussen “lawaai” en “geluid”. Ik verwacht dat bepaalde mensen protesteren tegen een luidere St. Jan. Mensen protesteren ook tegen bands en muziekboxen. Qua decibel kan het een verrassende uitkomst opleveren. Het gaat er om of je bepaalde geluiden wílt horen en toelaten. Zelfs harde praters kunnen indringend geluid (of is het lawaai?) produceren. De St. Jan staat nu echter als een mooie brok steen te verpieteren. Want hij mag alleen op zondag vijf minuutjes zijn mond opendoen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten